Binnenvaart

Inleiding

De binnenvaart is verantwoordelijk voor circa 3% van de totale CO2-equivalente uitstoot door binnenlandse mobiliteit [KEV, 2022]. De verduurzaming van de binnenvaart in Nederland wordt (in de periode tot 2030) gestimuleerd door:

  • het Klimaatakkoord: Hierin is afgesproken dat er minimaal 5 PJ (dit komt overeen met een CO2-reductie van 0,4 Mton) aan hernieuwbare energiedragers in de binnenvaart wordt ingezet (streefcijfer is een bijmengpercentage van 30%). Doel voor 2030 is dat er minimaal 150 zero-emissie schepen zijn.
  • de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens:
    • de ontwikkeling van een groen label voor de binnenvaart
    • de binnenvaart laten aansluiten bij de RED III verplichting
    • subsidieregeling voor de toepassing van retrofit SCR katalysatoren en Stage V motorvervanging
    • stimulering van Europese financieringsopties voor verduurzaming binnenvaart
  • Schone lucht akkoord (SLA)
    • Voor de binnenvaart wordt gestreefd naar een reductie van de verontreinigende uitstoot van tenminste 35% in 2045 ten opzichte van 2015. Dit zou naast de autonome verbetering van de emissies door de introductie van schonere motoren ook moeten worden gerealiseerd met maatregelen zoals walstroomvoorzieningen, stimulering elektrificatie en gunningscriteria bij aanbesteding.
  • subsidies voor elektrificatie van de aandrijflijn, Stage V her-motorisering en SCR retrofit. Totaal circa €70 miljoen
  • subsidie uit het groeifonds voor batterij-elektrisch varen, totaal circa €40 miljoen voor circa 45 schepen (in 2025)
  • de subsidies ‘Innovaties Duurzame Binnenvaart’ en de Demonstratieregeling klimaattechnologieën en -innovaties in transport (DKTI)
  • het convenant ‘Duurzame biobrandstoffen’