Projecten duurzame mobiliteit - kwantitatief beeld

DKTI-transport

Het programma DKTI-transport (Demonstratie klimaattechnologieën en -innovaties in transport) ondersteunt een breed scala aan projecten rondom duurzaam vervoer, waarvan de innovatie nog niet of nog maar pas op de markt is. De regeling focust op werktuig- of transportoplossingen zonder of met slechts een lage CO2-uitstoot, ongeacht de energiedrager of combinatie van energiedragers. De regeling is niet bedoeld voor projecten met personenvoertuigen.

Vanuit het Missieprogramma D+ is in 2020 ondersteuning geboden aan de programmering van de DKTI-ronde van 2021. Zo kent de regeling voor de ronde van 2021, die inmiddels is gesloten, een nieuw onderdeel: ‘learning by using’. Dit is bedoeld om bedrijven samen kennis te laten opdoen met grootschalige inzet van zero-emissie vrachtwagens en tank- en laadinfrastructuur. De effecten van het programma DKTI-transport worden in de volgende D+ rapportage meegenomen.

Aanbevelingen dataverzameling

Voor een juiste weergave van de effecten in de volgende jaren is het van belang de DKTI-data mee te laten lopen in het KIC-monitoringstraject.

R&D-mobiliteitssectoren – Steunpakket Covid

De subsidieregeling R&D-mobiliteitssectoren focust op het uitvoeren van duurzame mobiliteitsprojecten die vertraging hebben opgelopen door de coronacrisis. Deze regeling richt zich daarmee op het behouden en verbeteren van de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemingen binnen de automotive, luchtvaart- en maritieme sector.

De regeling is in 2021 opengesteld. Vanuit het Missieprogramma is in 2020 ondersteuning geboden aan de programmering van de regeling. De effecten van de R&D-mobiliteitssectoren-regeling worden in de volgende D+ rapportage meegenomen.

Aanbevelingen dataverzameling

Voor een juiste weergave van de effecten in de volgende jaren is het van belang de regeling mee te laten lopen in de verbreding van het KIC-monitoringstraject.

MOOI

De MOOI-regeling (Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie) is in 2020 opengesteld. De MOOI-regeling komt voort uit het missiegedreven innovatiebeleid. De Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP’s) van de Topsector Energie zijn de basis van deze regeling. Het idee is om systeeminnovaties op een missiegerichte, integrale manier aan te pakken. Daardoor neemt de kans op daadwerkelijke toepassing van innovaties toe.

Voor de goedgekeurde MOOI-aanvragen is voor ieder project per resultaat/werkpakket vastgelegd onder welke IEA-categorie15 de activiteiten vallen. Eén MOOI-aanvraag bestaat uit meerdere werkpakketten/resultaten. In onderstaande tabel zijn de projecten gepresenteerd die vallen onder IEA-categorie 13, Transport. Onder deze hoofdcategorie zijn meerdere subcategorieën opgenomen in de IEA-Guide. Voor het budgetjaar 2020 zijn er drie MOOI-projecten geregistreerd op subcategorie 1314, Electric Vehicle Infrastructure (incl. Smart Chargers and grid communications). Dit zijn projecten die in 2020 onder het onderdeel ‘Gebouwde omgeving’ subsidie hebben ontvangen, maar waarbinnen activiteiten (deels) zijn gericht op duurzame mobiliteit. Tabel 4 presenteert de totale MOOI-subsidie voor de projecten en de MOOI-subsidie voor de specifieke onderdelen die onder IEA-categorie 1314 vallen.

Tabel 4: MOOI-projecten 2020 gericht op duurzame mobiliteit (gegevens RVO)

Aantal projecten

Totaal gecommitteerde subsidie

Totaal gecommitteerde subsidie IEA-categorie 1314

Totaal kosten activiteiten IEA-categorie 1314

3

€ 12.781.872

€ 1.035.962

€ 1.755.551

In totaal zijn er drie MOOI-projecten waar een deel van de projectactiviteiten betrekking hebben op de infrastructuur van elektrisch vervoer. Deze activiteiten kosten € 1.755.551 in totaal, waarvan € 1.035.962 vanuit de MOOI-subsidie wordt gefinancierd.

Aanbevelingen dataverzameling

De vastlegging van de MOOI-projecten gebeurt op hoofdcategorie op basis van de vier openstellingsthema’s Gebouwde omgeving, Industrie, Hernieuwbare Elektriciteit op land en Wind op zee. Projecten gericht op mobiliteit worden niet als zodanig geregistreerd en zijn enkel af te leiden uit de IEA-categorisering.

PPS-toeslag Onderzoek en Innovatie

Via de PPS-toeslag levert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat € 0,30 voor elke euro aan private R&D-bijdrage (‘cash’) van een bedrijf aan een onderzoeksorganisatie. De PPS-toeslag geldt alleen voor R&D. De PPS-toeslag kan aangevraagd worden voor een programma of project van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) of door samenwerkingsverbanden bestaande uit minimaal een onderzoeksinstelling en een ondernemer.

Tabel 5: PPS-projecten 2020 gericht op duurzame mobiliteit (gegevens RVO, peildatum 27-7-2021)

Missie of MMIP

Aangeleverd door

Aantal projecten

Totale projectkosten

Bijdrage vanuit publieke middelen

9. Innovatieve aandrijving en gebruik van duurzame energiedragers voor mobiliteit

MARIN, Maritiem Research Instituut Nederland

2

€ 3.278.072

€ 2.249.072

TKI-HTSM

2

€ 50.000

€ 50.000

Subtotaal MMIP 9. Innovatieve aandrijving en gebruik van duurzame energiedragers voor mobiliteit

4

€ 3.328.072

€ 2.299.072

Mobiliteit

TKI-HTSM

1

€ 392.728

€ 192.728

Subtotaal Mobiliteit

1

€ 392.728

€ 192.728

Toekomstbestendige mobiliteit (anders dan MMIP 9 of 10)

Logistiek

4

€ 1.155.162

€ 643.361

TKI Chemie

1

€ 196.778

€ 186.778

TKI CLICKNL

2

€ 517.333

€ 433.333

TKI Maritiem

1

€ 40.000

€ 40.000

TKI-HTSM

5

€ 25.635.851

€ 24.537.817

Subtotaal Toekomstbestendige mobiliteit (anders dan MMIP 9 of 10)

13

€ 27.545.124

€ 25.841.289

Totaal

18

€ 31.265.924

€ 28.333.089

Tabel 5 beslaat de PPS-projecten van de TKI Logistiek (4), TKI Chemie (1), TKI ClickNL (2), TKI Maritiem (1), TKI HTSM (8) en twee samenwerkingsprojecten met MARIN als penvoerder van het consortium.

In totaal zijn er 18 PPS-projecten gericht op duurzame mobiliteit. Op een totaal van ruim € 31 mln. aan kosten wordt ruim € 28 mln. afgedekt door een publieke bijdrage. Deze publieke bijdrage is niet enkel de PPS-toeslag, maar betreft ook andere publieke cofinanciering van de projecten. Tabel 6 toont de uitsplitsing naar publieke financier. Hieruit blijkt dat het overgrote deel – ruim € 19 mln. – wordt gedragen door Europese fondsen (EU en EFRO).

Tabel 6: Publieke bijdrage aan PPS-projecten 2020 uitgesplitst naar publieke financier

Financier

Bedrag

Toelichting

PPS-toeslag

€ 1.579.422

PPS toeslag vanuit een van de TKI’s

PPS-toeslag / EFRO

€ 794.550

Niet nader te specificeren welk deel via PPS- toeslag is gefinancierd en welk deel vanuit EFRO

PPS-toeslag /EU

€ 2.526.749

Niet nader te specificeren welk deel via PPS- toeslag is gefinancierd en welk deel vanuit EU-gelden

PPS-toeslag TKI Chemie

€ 186.778

PPS-toeslag vanuit de TKI Chemie

PPS-toeslag TKI Maritiem

€ 40.000

PPS-toeslag vanuit de TKI Maritiem

MIIP

€ 30.000

Bijdrage vanuit Maritieme Innovatie Impuls Projecten

NWO

€ 2.219.072

Bijdrage vanuit NWO

EFRO

€ 860.303

Bijdrage vanuit het Europees fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO)

EU

€ 18.309.879

Niet nader te specificeren bijdrage vanuit EU-gelden

Niet gespecificeerd

€ 1.786.336

Totaal

€ 28.333.089

Aanbevelingen dataverzameling

Om tot een optimale verwerking van de data te komen, verdienen de volgende punten nadere aandacht. (1) In de KIC-database is op de peildatum de data van de verleende PPS-toeslag opgenomen van alle TKI’s. Deze projecten dragen bij aan het thema ‘Energietransitie en Duurzaamheid’. De datakwaliteit is echter nog niet overal geoptimaliseerd, waardoor bij een aantal projecten geen verdere uitsplitsing mogelijk is dan het thema ‘Energietransitie en Duurzaamheid’. (2) Daarnaast is de data niet volledig op het onderdeel ‘gecommitteerde subsidie per financier/bron’, waardoor een specificering voor een aantal projecten niet mogelijk is. (3) Tot slot ontbreken de gegevens van TNO in de KIC-database op de peildatum.

NWO

NWO investeert als zelfstandig bestuursorgaan in wetenschappelijk onderzoek en onderzoeksinfrastructuur. Naast de reguliere geldstroom naar de universiteiten, verdeelt NWO op basis van subsidieregelingen publieke middelen over de universiteiten en nationale onderzoeksinstituten.

Vanuit het Missieprogramma D+ is in 2020 ondersteuning geboden aan de programmering van de regeling ‘Energietransitie als maatschappelijk-technische uitdaging (KIC)’. De regeling is gelanceerd in december 2020 en sluit in november 2021. De effecten van de regeling zullen daarom pas in de volgende D+ rapportage worden meegenomen.

Daarnaast is vanuit het Missieprogramma D+ meegedacht over de inzet van NWO-middelen voor de combinatie van emissieloos varen en heavy duty batterijen. Deze regeling wordt in 2021 uitgewerkt.

Aanbevelingen dataverzameling

De data van NWO is niet ingedeeld naar missie of sector. Daardoor is de data nu niet toegankelijk voor de D+ rapportage. Het verdient aanbeveling om het thema mobiliteit standaard op te nemen in de monitoringssystemen van NWO, met daarbij een duidelijk label naar MMIP. Dit om de benodigde data-aanlevering voor de D+ rapportage in volgende jaren te kunnen waarborgen. Dit proces is inmiddels opgestart.

15Gebaseerd op Guide to Reporting Energie RD&D Budget/Expenditure Statistics van het International Energy Agency.