Bijlage Methodiek

Introductie

In de Routeradar Innovatiemonitor Marktontwikkeling Wegvervoer worden de ontwikkelingen per marktsegment (personenauto’s, bestelauto’s, vrachtauto’s en bussen) en energiedrager46 (conventioneel, elektrisch, waterstof, gasvormig en vloeibare biobrandstoffen) gemonitord volgens de volgende drie indicatoren:

  1. Beschikbaarheid – hoeveel merken en modellen zijn er beschikbaar van een bepaald type voertuig in een marktsegment?
  2. Betaalbaarheid – wat zijn de gebruikskosten (TCO) van een bepaald type voertuig in een marktsegment?
  3. Functionele specificaties – Welke factoren zijn relevant voor het succes van een type voertuig binnen een bepaald segment?

Om deze drie indicatoren op een goede wijze te kunnen benaderen is het nodig eerst de algemene- en deel-marktsegmenten vast te stellen. Vervolgens kunnen dan bovenstaande indicatoren verder worden uitgewerkt.

Marktsegmenten als basis voor TCO-berekeningen

Algemene marktsegmenten

Omdat de impact van een energiedrager per marktsegment verschillend uitpakt voor de TCO berekening is de modaliteit wegvervoer opgesplitst in de volgende marktsegmenten (de letters komen overeen met de indeling van de RDW):

  • De categorie tweewielers bevat L-type voertuigen, zoals snorfietsen, bromfietsen, brommobielen en motorfietsen;
  • De categorie personenauto’s bevat M1-voertuigen met een gewicht onder 3,5 ton;
  • De categorie bestelauto’s bevat N1-voertuigen met een gewicht onder 3,5 ton;
  • De categorie vrachtauto’s en trekkers bevat N2-en N3-voertuigen met een gewicht boven 3,5 ton;
  • De categorie bussen bevat M2- en M3-voertuigen.

Deel-marktsegmenten

Bij personenauto’s, bestelauto’s en vrachtauto’s is er binnen het marktsegment nog een verdere onderverdeling gemaakt om de vervoermiddelen beter onderling te kunnen vergelijken en beter aan te sluiten bij de perceptie van de eindgebruiker:

  • Bij personenauto’s wordt gebruik gemaakt van de meest relevante RDC-segmenten B, C en D;
  • Bij bestelauto’s wordt gebruik gemaakt van de indeling klein, middelgroot en groot;
  • Bij vrachtauto’s wordt gebruik gemaakt van de gewichtsklassen 7½, 12, 19 en 40 ton.

Beschikbaarheid

De beschikbaarheid van vervoermiddelen voor het wegvervoer wordt gemeten in termen van het aantal beschikbare merken en modellen per energiedrager op de Nederlandse en Europese markt47. Dit gebeurt voor alle marktsegmenten op dezelfde manier.

Betaalbaarheid

De betaalbaarheid van voertuigen is vastgesteld door de Total Cost of Ownership (TCO) te berekenen. Het beschrijven en bepalen van de TCO betreft een gemiddelde gebruiker en een gemiddelde vervoersopgave per marktsegment. Per marktsegment zijn er diverse parameters. De belangrijkste parameters voor de TCO-berekening worden hieronder beschreven en gekwantificeerd. In de Bijlage TCO worden de energiedrager-specifieke, de algemene aannames en de aannames over de prijs van energiedragers behandeld. Het is daarbij belangrijk zich te realiseren dat het hier geen parameters betreft voor een van de vele specifieke vervoersopgaven binnen een bedrijf of sector. Het doorrekenen van een specifieke vervoersopgave is de basis voor een zogenaamde business case en valt niet binnen de scope van deze opdracht.

Voor de berekening wordt per PMC gebruik gemaakt van enkele representatieve voertuigen, zie Bijlage Voertuigselecties en -specificaties. Op basis van deze representatieve voertuigen worden gemiddelde waarden vastgesteld voor een PMC, waarbij meerdere parameters en aannames een rol spelen.

In algemene zin wordt de TCO bepaald door de investeringskosten (CAPEX) met de operationele/variabele kosten (OPEX) te verrekenen. Dit geeft een ordegrootte inschatting van de gemiddelde kosten van het gebruik van een voertuig in Euro’s per kilometer (€/km). De meest relevante parameters die nodig zijn om de TCO te bepalen, zijn:

  • Voertuigkosten: de investeringskosten ten behoeve van het voertuig. Relevant zijn de aanschafkosten van het voertuig en de restwaarde na een bepaalde termijn;
  • Brandstofkosten: de gemiddelde kosten van de betreffende energiedrager;
  • Onderhoudskosten: de gemiddelde onderhoudskosten van een voertuig;
  • Verzekeringskosten: de gemiddelde kosten om een voertuig te verzekeren;
  • Belastingen: de belastingen van het voertuig, zoals motorrijtuigenbelasting (MRB), de Belasting van Personenauto’s en Motorrijtuigen (BPM), en de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW). Voor vrachtauto’s wordt de BTW buiten beschouwing gelaten, omdat het bijna nooit voorkomt dat een vrachtwagen niet bedrijfsmatig wordt ingezet. De posten ’verzekeringen‘ en ’MRB‘ worden in de overzichten samengevoegd, omdat deze slechts in geringe mate bijdragen aan de kosten per kilometer.

Functionele specificaties

Functionele specificaties zijn factoren die een rol spelen bij de opschaling van een voertuig binnen een bepaald marktsegment. Functionele specificaties worden in dit rapport steeds op dezelfde manier voor alle marktsegmenten onderzocht en bevatten de volgende drie indicatoren:

  • Actieradius: hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde verbruik volgens fabrieksopgave. Zoals reeds boven genoemd, is de actieradius in de praktijk vaak lager als gevolg van een hoger praktijkverbruik. De impact van het weer (wind en temperatuur), hoewel van significante invloed, wordt hierin niet meegenomen;
  • Laad-/vultijd: hierbij wordt uitgegaan van de tankgrootte of accucapaciteit en de laad-/vulsnelheid;
  • Laadvermogen: dit wordt uitgedrukt in inhoud en/of gewicht. Specifiek gaat het om:
    • bagageruimte (voor personenauto’s)
    • laadvermogen (voor bestel- en vrachtauto’s)
    • vervoerscapaciteit voor personen (voor bussen)

Voertuigen op conventionele energiedragers (conventionele PMC’s) zijn momenteel nog in alle marktsegmenten de standaard. De functionele specificaties hiervan dienen als referentie waartegen PMC’s op duurzame energiedragers kunnen worden afgezet. Het is aan de lezer zelf om een inschatting te maken over de (on)mogelijkheden voor opschaling van een type voertuig binnen een gegeven marktsegment.

Methodologie TCO-berekening

Afhankelijk van het marktsegment verschilt de toegepaste methodologie waarmee de betaalbaarheid is bepaald.

Personenauto’s

De TCO voor personenvoertuigen wordt berekend vanuit het perspectief van een consument, uitgaande van de aanschaf van een nieuw voertuig. Per energiedrager is een selectie gemaakt van representatieve modellen binnen de meest relevante RDC-segmenten: B, C en D. Zie onderstaand kader voor meer uitleg over RDC-segmenten. Bij de selectie van de referentievoertuigen is gebruik gemaakt van de RVO TCO- handreiking (RVO, 2021).

RDC-segmenten
In deze rapportage wordt gebruik gemaakt van zogenaamde RAI Documentatiecentrum (RDC) segmenten. Deze indeling in deel-marktsegmenten is gebaseerd op een classificatie van voertuigen die in hetzelfde segment concurreren. Dataspecialisten bij RDC plaatsen een model in een bepaald segment op basis van een aantal criteria, zoals koetswerkvariant, grootte en prijs. Maar ook importeurs leveren informatie waarmee een bepaald model vergeleken moet worden en welke doelgroep wordt aangesproken (marketing). Ook de positionering in perspublicaties kan een rol spelen. Het betreft ongeveer dertien hoofdsegmenten met daaronder een aantal subsegmenten, die worden aangeduid met letters. Globaal worden de voertuigen van de segmenten A t/m F groter en luxer. De segmenten daarboven bevatten speciale (sport)auto’s, commerciële voertuigen, et cetera.

Bestelauto’s

De TCO voor bestelauto’s wordt berekend op basis van een deel-marktverdeling in: klein, middelgroot en groot. Leidend voor de TCO berekening is hier het perspectief van de zakelijke rijder bij de aanschaf van een nieuw voertuig. Tevens wordt er rekening gehouden met diverse regelingen voor ondernemers en een specifieke laad-mix voor bestelauto’s.

Vrachtauto’s

De TCO voor vrachtauto’s wordt bepaald vanuit het perspectief van een vlootbeheerder. Per PMC wordt een representatieve vrachtauto geselecteerd. In Nederland is de trekker (met trailer) het meest verkochte type vrachtauto. In 2020 stonden er in Nederland 80.000 trekkers en 63.000 andere vrachtauto’s geregistreerd boven 3,5/7,5 ton (TNO, 2020). De 4x2 trekker (een trekker met vier wielen, waarvan twee wielen – achteras – worden aangedreven) is daarbij verreweg het meest populair en zal daarom als referentievoertuig dienen.

De vrachtautomarkt omvat een zeer diverse groep voertuigen, van kleine lichte bakwagens gericht op stadslogistiek tot zware trekker-opleggercombinaties voor het langeafstandstransport. Behalve verschillen in afmeting en bijvoorbeeld laadvermogen worden vrachtauto’s vaak ook afgestemd op de specifieke toepassing/inzet door de eindgebruiker. Denk hierbij aan de aandrijflijn, de opbouw, eventuele koeling van de laadruimte, et cetera.

De TCO-berekeningen in deze rapportage zijn gericht op een gemiddeld voertuig en op een gemiddeld voor de hand liggende inzet. De parameters, belangrijk voor deze TCO-berekening, zijn in deze studie deels gebaseerd op praktijkdata en deels op expert-judgement.

Er bestaan naast deze studie natuurlijk ook diverse andere TCO-modellen voor vracht. Zo heeft ook Panteia, in opdracht van de Topsector Logistiek, een TCO-model voor vrachtauto's ontwikkeld (www.topsectorlogistiek.nl). Dit model heeft als doel de TCO van verschillende type BEV- en dieselvrachtauto’s te kunnen vergelijken voor een specifieke vervoersopgave. Voor gebruikers is dit een handige tool, maar wel anders dan de TCO-berekeningen in de Routeradar. Deze gaan –zoals hierboven beschreven- niet uit van specifieke vervoersopgaven, maar van een gemiddelde vervoersopgave met een gemiddeld kilometrage. Verder werkt het Panteia-model op hoofdlijnen vergelijkbaar met de TCO-berekeningen in deze studie.

De aannames waarop de TCO-berekeningen van deze studie gebaseerd zijn komen deels overeen, maar wijken soms ook af van het Panteia-model. Verschillen zitten bijvoorbeeld in de looptijd en restwaarde en soms in aanschafkosten. Deze verschillen zijn te verklaren doordat met name de batterij-elektrische en waterstof vrachtauto’s in een veel eerdere ontwikkelingsfase zitten dan bijvoorbeeld vergelijkbare personen- of bestelauto’s. Hierdoor zijn er minder statistische gegevens beschikbaar om de aannames op te baseren. Met andere worden, er zijn dus meer onzekerheden rond deze aannames. Het verdient aanbeveling om deze onzekerheden in de nabije toekomst te bespreken en te onderzoeken of de aannames van beide studies met elkaar in lijn gebracht kunnen worden op basis van de nu bekende feiten.

Bussen

De TCO voor bussen wordt per energiedrager berekend. De kosten voor aanschaf en afschrijving van voertuig en infrastructuur worden berekend met behulp van de annuïteiten-methode en worden uitgedrukt in Euro’s per kilometer. Hiervoor wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van informatie en kentallen uit de TCO voor bussen van CE Delft (CE Delft, 2018).

46Conventionele energiedragers bevatten benzine, diesel en LPG. Elektrisch beperkt zich tot accu-elektrische voertuigen en waterstof beperkt zich tot brandstofcel-elektrische voertuigen. Gasvormige voertuigen bevatten CNG en LNG en vloeibare biobrandstoffen bevatten benzine- en dieselvervangers.

47De meeste soorten motorvoertuigen mogen pas op de Nederlandse markt verschijnen als ze aan de Europese toelatingseisen voldoen. Hiertoe dient het voertuig een typekeuring European Type Approval (ETAP) te ondergaan in een geautoriseerd Europees testlaboratorium. De Europese lidstaten zijn verplicht een voertuig met een typegoedkeuring toe te laten. Wel mag elk land eigen gedragsregels stellen aan de gebruiker, zoals de verplichting een helm te dragen [SWOV, 2014].