Methodiek

“Non-Road Mobile Machinery” (NRMM) is de verzamelnaam voor een zeer breed spectrum aan machines, die in beginsel geen gebruikmaken van de openbare weg [EU, 2020]. In het Nederlands worden deze machines “mobiele werktuigen” genoemd. Het gaat hierbij onder andere om landbouwtrekkers, vorkheftrucks, graafmachines, generatoren en andere bouwmachines. De verbrandingsmotoren die zijn geïnstalleerd in NRMM dragen aanzienlijk bij aan (lokale) luchtvervuiling door uitstoot van onder andere koolstofmonoxide (CO), koolwaterstoffen (HC), stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM), maar ook aan de uitstoot van CO2 [TNO, 2018] [EC, 2019]. Door zowel autonome ontwikkelingen als door wetgeving en convenanten zullen de emissies en het brandstofverbruik van NRMM de komende jaren veranderen. Belangrijke trends hierbij zijn: instroom van schonere motoren als gevolg van wetgeving, efficiëntieverbetering van zowel motor als aandrijflijn, en verschillende vormen van hybridisering, inzet van biobrandstoffen en elektrificatie van de machines.

Doordat de groep “mobiele werktuigen” bestaat uit een zeer uiteenlopende verzameling werktuigen – van bladblazers tot grote tractoren – kunnen niet alle werktuigen besproken worden en is de groep werktuigen ingedeeld naar sectoren. Deze sectorindeling wordt ook gehanteerd door CBS/ PBL voor de rapportage van onder andere de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) en de emissieregistratie in Nederland. Binnen de verschillende sectoren zijn vervolgens werktuigen gekozen die binnen die sector relatief het meest bijdragen aan de uitstoot. Mobiele werktuigen worden tot dusver niet op kenteken gezet en niet centraal geregistreerd. Hierdoor is momenteel niet precies bekend hoeveel mobiele werktuigen er precies in Nederland zijn.

De marktontwikkeling voor NRMM wordt middels de volgende drie indicatoren gemonitord:

  • Beschikbaarheid – welke energiedragers zijn beschikbaar in NRMM?
  • Betaalbaarheid – wat zijn de gebruikskosten van de betreffende energiedrager?
  • Functionele specificaties – welke ontwikkelingen zijn kritisch voor het succes van bepaalde energiedragers?

Op basis van deze indicatoren wordt inzicht verkregen in de huidige stand van zaken in de voor de uitstoot meest relevante mobiele werktuigen.

Beschikbaarheid

De beschikbaarheid van duurzame energiedragers in NRMM wordt gemeten in termen van fabrikanten die een bepaalde technologie en energiedrager aanbieden.

Betaalbaarheid

De betaalbaarheid van mobiele werktuigen is vastgesteld door de (vaste) investeringskosten en de (variabele) brandstofkosten in kaart te brengen. Dit geeft een ordegrootte inschatting van de gemiddelde kosten van het gebruik van een werktuig in Euros per kWh (€/kWh). Er is geen TCO bepaald in dit rapport. De beschikbare informatie kan in een aanvullend onderzoek in het najaar van 2020 gebruikt worden om een TCO op hoofdlijnen door te voeren.

Energiedrager-specifieke aannames rond de aanschafkosten, maar ook eventuele verschillen in levensduur en onderhoud, worden in de hoofdtekst behandeld. Aannames over de brandstofprijs worden centraal in het volgende hoofdstuk behandeld.

Overzicht brandstofprijzen en gebruikte bronnen

De brandstofprijs heeft een grote impact op de hoogte van de TCO. Bovendien zijn brandstofprijzen zeer volatiel en afhankelijk van de staat van de (wereld-)economie. Ook zijn er verschillende definities van de brandstofprijs, die gelden voor verschillende toepassingen (enkel kostprijzen of eindgebruikersprijzen; inclusief en exclusief accijns en BTW). Wisselende eenheden, valuta en ijkjaren maken een vergelijking van brandstoffen bovendien extra complex. Voor mobiele werktuigen is uitgegaan van de hieronder genoemde aannames. Het referentiejaar 2019 is aangehouden:

  • Conventionele brandstofprijzen worden door CBS gemonitord. De gemiddelde prijs in 2019 voor benzine, diesel en LPG bedroeg respectievelijk 1,65 €/l, 1,26 €/l en 0,63 €/kg (incl. BTW). Excl. BTW bedraagt de prijs van diesel 1,12 €/l;
  • Voor mobiele werktuigen ligt de elektriciteitsprijs redelijk laag. Grote ondernemers hebben over het algemeen hun eigen laadvoorziening op eigen terrein of bij het distributiecenter. Als grootgebruiker van elektriciteit hebben bedrijven vaak een laag energietarief, in de orde van 0,05 á 0,06 €/kWh. Hierbij komen energiebelastingen en kosten voor de netaansluiting. Voor mobiele werktuigen zal hiervoor een totaal tarief van 0,11 €/kWh gehanteerd worden;
  • De prijs van waterstof bedraagt bij de meeste tankstations circa 10 €/kg (incl. BTW). Voor mobiele werktuigen is de prijs 8,26 €/kg (excl. BTW);
  • De gemiddelde prijs voor CNG in 2019 was 1,17 €/kg7 (incl. BTW). Bussen en vrachtwagens betalen circa 0,97 €/kg (excl. BTW). Volgens een prijsoverzicht van PitPoint [PitPoint, 2020] was de gemiddelde prijs voor LNG in 2019 1,21 €/kg (incl. BTW) en 1 €/kg (excl. BTW). Voor bio-varianten van LNG wordt een meerprijs van € 0,10 aangehouden;
  • In 2019 kostte een liter HVO circa € 1,28 (excl. BTW) blijkt uit marktconsultatie. Dit is circa € 0,15 duurder dan diesel;
  • FAME kost ongeveer evenveel als diesel, volgt uit marktconsultatie.

De meerkosten die de eindgebruiker moet betalen voor HVO en FAME zal over het algemeen lager zijn dan hier vermeld. Dit komt door de jaarverplichting voor brandstofleveranciers. Bedrijven die in Nederland brandstoffen leveren aan de vervoerssector zijn verplicht een jaarlijks toenemend aandeel hernieuwbare energie te leveren, oplopend naar 16,4% in 2020. De verplichting vertaalt zich in een zogenaamde HBE-waarde (Hernieuwbare Brandstofeenheden). De HBE-waarde is niet meegenomen in dit onderzoek.

7De geleverde data voor CNG zijn afkomstig van vrijwel alle CNG-tankstations in Nederland. De brondata worden aan het CBS geleverd door Travelcard Nederland BV, een leverancier van tankpassen voor de zakelijke rijder.