‘Autodelers pakken niet voor elk wissewasje de auto’

Gepubliceerd 22 oktober 2019

Martien Das, adviseur lokaal klimaatbeleid en duurzame mobiliteit bij Rijkswaterstaat, zet zich in voor de Green Deal Autodelen II. Haar doel: zorgen dat mensen bewust afwegen of het bezit van een (extra) auto in hun geval wel nodig is. Dat autobezit en autogebruik geen ‘gewoonte’ meer zijn. Een mooi alternatief? De deelauto! Martien vertelt hoe zij bijdraagt aan duurzame mobiliteit.

Volgens de overlevering reed in 1896 de eerste auto op een Nederlandse weg. Een Benz Victoria. Een die eruitzag als een koets. Een welgestelde Hagenees had een klein fortuin, ƒ4.000, neergeteld voor de ‘mobiel zonder paard’.

Vele modernisaties verder vullen inmiddels ruim 9 miljoen auto’s onze garages en parkeerplekken. Het aantal auto’s groeit nog altijd, en daarmee ook de files, parkeerproblemen en CO2-uitstoot. Maar het had meer kunnen zijn, weet Martien, als autodelen vanaf 1998 niet geleidelijk in opmars was gekomen. Wat haar betreft gaat die opmars nog wel even door.

Nichemarkt laten groeien

Martien maakt zich vanuit Rijkswaterstaat (in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)) hard voor de Green Deal Autodelen II. De doelen in deze Deal zijn: 100.000 deelauto’s en 700.000 autodelers in 2021, en vermindering van het aantal parkeerplaatsen. Een kleine 40 organisaties, waaronder IenW en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, gemeentes en deelauto-aanbieders, werken samen in de GreenDeal.

‘Autodelen is een nichemarkt die wij vanwege de positieve bijdrage aan de doelen van het ministerie sneller volwassen willen laten worden’, legt Martien uit. ‘In deze samenwerking wisselen we kennis uit en versterken we de dialoog en band tussen bijvoorbeeld aanbieders en gemeentes, zodat we samen meer voor elkaar krijgen. Zelf adviseer ik gemeentes, leg ik koppelingen naar andere projecten en initiatieven, en promoot ik de voordelen van deelauto’s, bijvoorbeeld op congressen.’

In cijfers

De doelen zijn ambitieus: vóór eind 2021 moeten er in Nederland 100.000 deelauto’s en 700.000 autodelers zijn. En we zijn goed bezig, geeft Martien aan: ‘Uit de jaarlijkse monitor blijkt dat het aantal deelauto’s en het aantal mensen dat daar gebruik van maakt elk jaar fors groeit. In 2019 zaten we op 51.000 deelauto’s en 515.000 autodelers, in 2020 waren dat al ruim 64.000 deelauto’s en 730.00 autodelers.’

Ontwikkelingen autodelen

Met name in stedelijke gebieden ziet Martien de beweging flink op gang komen. ‘Een deelauto is vooral interessant als je af en toe een auto nodig hebt. De stad is daar goed op toegerust, omdat er veel alternatieven beschikbaar zijn, zoals het OV en de fiets. Dat maakt autobezit minder nodig. Autodelen is er in de stad ook in allerlei smaken. Van zakelijke aanbieders van auto’s, al of niet met een vaste standplaats, tot particulieren die hun auto via een deelplatform aanbieden. Die veelvoud in het assortiment maakt het ook laagdrempeliger.’

Toch is autodelen ook buiten de steden in opkomst. Dat komt vooral door particuliere autodelers, verklaart Martien. ‘Nu is in 100% van de gemeentes een vorm van autodelen beschikbaar. Best iets om trots op te zijn.’

Nog een ontwikkeling die Martien ziet, is dat, vooral in de grootste steden, de verdeling van de openbare ruimte steeds meer een punt van discussie wordt. ‘Bewoners vinden het minder vanzelfsprekend dat parkeerplaatsen al die vierkante meters van onze ruimte opslokken. Zij zouden liever meer terrasjes, groen en ruimte voor lopen en fietsen zien.’

Daarop speelt de Citydeal elektrische deelmobiliteit ook in, een project dat zich specifiek richt op deelmobiliteit bij nieuwbouw. Tussen 2018 en 2021 worden in 7 steden innovatieve woningbouwprojecten opgeleverd met daarbij een grote rol voor elektrische deelauto’s, in combinatie met lagere parkeernormen en slimme laadinfra. In totaal gaat het potentieel om ruim 5.000 woningen en 200 elektrische deelauto’s.

Maatregel in de schijnwerpers

Het onderwerp autodelen gaat Martien aan het hart. Ze zag dat mobiliteit lange tijd een wat onderbelicht aspect was van klimaatbeleid. ‘En dat terwijl mobiliteit zo’n 20% van onze CO2-uitstoot veroorzaakt, een flinke brok dus.’ In autodelen vond Martien een mooie maatregel. ‘Het zorgt voor een positieve gedragsverandering. Autodelers pakken niet meer uit gewoonte en voor elk wissewasje de auto. Per reis kies je bewust: pak ik het OV, de deelauto of de fiets? En je denkt eerder na over het combineren van bestemmingen, zodat je maar 1 autorit hoeft te maken. Zo draagt autodelen dus bij aan klimaatbeleid, duurzame bereikbaarheid en circulaire economie. In het Energieakkoord en nu in het Klimaatakkoord staan ook ambities voor autodelen.’

Autodelers maken 15 tot 20% minder autokilometers dan voorheen, dat scheelt dus ook weer wat drukte en files in de stad en op de snelwegen. Autodelen wordt ook beschouwd als een belangrijke bouwsteen voor ‘Mobility as a Service’. Ook zijn deelauto’s gemiddeld nieuwer, het deelautowagenpark zal daardoor naar verwachting eerder elektrificeren en nieuwe opties zoals ITS en ADAS hebben.

Kúnnen, niet moeten

Zelf heeft Martien geen auto. Ze is autodeler sinds 1998. Er gaan weken voorbij waarin ze geen auto gebruikt. Is het toch nodig? Dan pakt ze in de buurt een deelauto met vaste standplaats. Het bevalt haar prima. Maar zelf woont ze in de buurt van een stad en ze weet dat buiten het stedelijk gebied de auto-afhankelijkheid soms groter is. ‘Een van de mooiste aspecten van autodelen als maatregel in het kader van duurzame mobiliteit, vind ik dat het heel vriendelijk is. Het biedt je een duurzaam alternatief, maar verplicht niemand daarvoor te kiezen. Het is alleen maar positief.’

Weten waar bij jou in de buurt deelauto’s te vinden zijn? Kijk dan eens op https://ritjeweg.nl of https://www.iedereendoetwat.nl/mogelijkheden/autodelen!