Factsheet Spitsmijdenprojecten

De coronapandemie heeft aangetoond dat een relatief kleine afname van verkeersintensiteit zorgt voor een grote afname in voertuigverliesuren. Op het gehele hoofdwegennet lag in 2020 de verkeersprestatie 16% lager dan in 2019, maar het reistijdverlies daalde met bijna 70% [7]. Het ligt dus voor de hand om maatregelen te richten op het verminderen van het aantal autoverplaatsingen in de spits.

Het reduceren van het aantal autoverplaatsingen in de spits kan op verschillende manieren:

  1. het verminderen van de noodzaak voor reizen in de spits, denk bijvoorbeeld aan het spreiden van werktijden, lestijden en openingstijden
  2. het stimuleren van reizen buiten de spits
  3. het ontmoedigen van reizen tijdens de spits, bijvoorbeeld met een spitsheffing

Rijk, regio en bedrijfsleven hebben met het programma Beter Benutten laten zien dat spitsmijdenmaatregelen gebruikt kunnen worden om automobilisten de spits te laten mijden. Met name tijdens wegwerkzaamheden, omdat er dan een goede aanleiding is om het reisgedrag aan te pakken (zie ook het praktijkvoorbeeld Spitsmijden A12 Galecopperbrug).

Door het combineren van deze aanpak met het stimuleren van het gebruik van mobiliteitsdiensten, kunnen deze projecten ook een blijvend effect hebben op het gedrag van reizigers. Een derde van de deelnemers mijdt na twee jaar nog steeds de spits, ook zonder beloning. Met name de deelnemers die overstappen naar fiets of OV blijven de spits op de lange termijn mijden[1]. Spitsmijdenprojecten kunnen ook uitkomst bieden voor het verlichten van structurele fileknelpunten.

Kamermoties over spitsmijden

De Tweede Kamer heeft in 2016 drie moties aangenomen die consequenties hebben voor spitsmijdenprojecten. De moties hebben onder andere betrekking op kentekenregistratie en financiële beloning. De volgende uitgangspunten worden door de Rijksoverheid gehanteerd voor beloningsprojecten:

  1. Een actie waarbij rechtstreeks geld wordt uitgekeerd aan automobilisten die de spits mijden mag alleen ingezet worden als er sprake is van grootschalige wegwerkzaamheden.
  2. Per individuele deelnemer mag maximaal drie maanden beloning worden uitgekeerd. Het project zelf mag langer duren.
  3. Bij beloning moet rekening worden gehouden met fiscale aspecten, omdat deze beloning door de Belastingdienst als vorm van inkomen wordt beschouwd.
  4. Een spitsmijdenproject kan op z’n vroegst 6 maanden voorafgaand aan de werkzaamheden worden gestart.
  5. Cameraregistratie (ANPR) mag alleen worden ingezet voor spitsmijdenprojecten tijdens grootschalige wegwerkzaamheden. Dit is ook in de wet (BABW) verankerd.
  6. De focus op spitsmijdenprojecten ligt steeds meer op duurzame/structurele gedragsverandering in plaats van dat spitsmijdenprojecten worden ingezet om op korte termijn grote effecten te behalen. Dit kan bijvoorbeeld door de beloning in te zetten om thuiswerken of reizen met een andere modaliteit te stimuleren.
  7. Geen financiële beloning, maar een tegoed of punten sparen voor (kleine) cadeaus valt buiten het besluit van de Tweede Kamer en mag wel (voor alle werkzaamheden en structurele knelpunten) voor langere duur worden ingezet.

Bereikbaarheidseffecten

De effecten van negen spitsmijdenprojecten die zijn uitgevoerd in de periode 2016-2020 zijn geëvalueerd in de derde meta-evaluatie. In die periode is ingezet op Spitsmijden 2.0 maatregelen (zie figuur 1) voor een overzicht.

Figuur 1 Spitsmijdenprojecten in de derde meta-evaluatie
Figuur 1 Spitsmijdenprojecten in de derde meta-evaluatie

De 2e generatie projecten hebben een kortere doorlooptijd en meer deelnemers dan de 1e generatie. Zij zijn ook vaker gericht op specifieke corridors dan de eerste generatie. Financiële beloningen aan deelnemers zijn afgenomen en er wordt meer gebruik gemaakt van immateriële beloningen. Er wordt meer gebruik gemaakt van smartphone applicaties, meestal in combinatie met cameraregistratie. Er is meer geëxperimenteerd met variabele beloningen, intensiever contact met de deelnemers en opvolging na afloop van het project.

De spitsmijdenprojecten hebben tot 34%-39% minder spitsritten met de auto per deelnemer geleid [4]. Gemiddeld waren er ongeveer 638 spitsmijdingen per dag op over een beloningsperiode van gemiddeld 290 dagen. Het aantal behaalde spitsmijdingen per dag varieerde tussen de projecten van ongeveer 56 tot ruim 1876. Ongeveer 18% van de aangeschreven automobilisten werd deelnemer. Deelnemers maakten gemiddeld 0,24 spitsmijdingen per dag, wat neerkomt op ongeveer 1 tot 1,5 spitsmijding per persoon per week.

Uit de derde meta-evaluatie uit 2019 blijkt bovendien dat een groot deel van alle spitsmijdingen werd behaald door tijdmijden (buiten de spits reizen met de auto; 33%) en gebiedmijden (een alternatieve route; 20%). Alternatieve vervoerwijzen waren goed voor 10% (fiets en e-bike) en 5% (openbaar vervoer) van alle spitsmijdingen. Thuiswerken vormde voor 14% van de spitsritten een alternatief.

Het effect op de weg verschilt per type gedragsreactie. Bij een keuze voor de fiets of e-bike gaat het bijvoorbeeld alleen om het mijden van autoritten op de kortere afstanden. Bij gebied mijden gaat het nog steeds om autoritten in de spits, maar dan via een andere route.

De meeste spitsritten werden vervangen door autoritten buiten de spits (33%) of autoritten buiten het te vermijden gebied (20%). Daarnaast werd 23% van de spitsritten vervangen met de fiets of e-bike (in vergelijking tot 10% tussen 2013-2016). Minder spitsritten werden vervangen door thuiswerken (18%) of ritten met het openbaar vervoer (6%).

Effecten lange termijn

De langetermijneffecten voor deze spitsmijdenprojecten 2e generatie zijn nog niet bekend. Uit de meta-evaluaties van de spitsmijdenprojecten 1e generatie (uitgevoerd tussen 2013-2017, zie figuur 2) zijn wel conclusies over de langetermijneffecten te trekken.

Figuur 2 Spitsmijdenprojecten in tweede meta-evaluatie, 2017
Figuur 2 Spitsmijdenprojecten in tweede meta-evaluatie, 2017

Uit de tweede meta-evaluatie van de spitsmijdenprojecten 1e generatie blijkt dat een terugval naar het oude gedrag optreedt zodra de beloning stopt. Enkele maanden na afloop van spitsmijdenprojecten is er nog 80 tot 100% behoud van het nieuwe gedrag. Een jaar na afloop van het project is de terugval circa 33%, na twee jaar 47% en drie jaar na dato 52% [3]. Als blijvende gedragsverandering het doel is, dan is het advies om tijdmijden en routemijden minder te belonen dan een modal shift naar fiets, e-bike of OV[3]. Dit zijn gedragsreacties waar een deelnemer veel moeite voor moet doen. Makkelijke aanpassingen, zoals het kiezen van een andere route of tijd, hebben minder gedragsbehoud op de lange termijn.

Duurzaamheidseffecten

De duurzaamheidseffecten van spitsmijdenprojecten zijn afhankelijk van de effectiviteit van de spitsmaatregelen. Uitgaande van de hiervoor beschreven verdeling van gekozen alternatieven en van de gemiddelde ritlengte van
33 km [3], worden per spitsmijding gemiddeld de volgende emissies bespaard*:

Emissiereductie (besparing in kg/spitsmijding)
CO2 NOx PM10
2,1 0,0024 0,00027

* Deze cijfers zijn gebaseerd op oude cijfers en kentallen. Mogelijk zijn de getallen verouderd, toch geeft deze berekening wel een beeld van de potentiële emissiereductie.

Variabelen die van invloed zijn op effecten

Er zijn verschillende variabelen denkbaar die invloed kunnen hebben op de effecten:

  1. Afbouwen van de beloning. In de 2e generatie spitsmijdenprojecten zijn financiële beloningen veelal lager, worden ze in verloop van tijd lager of wordt er helemaal geen financiële beloning meer gegeven en wordt er beloond met spaarpunten of een tegoed voor bijvoorbeeld cadeaus of goede doelen. Dit heeft er over het algemeen niet toe geleid dat mensen sneller afhaken dan bij eerdere generaties spitsmijdenprojecten. Er kan ook een verdere variatie naar tijd, plaats, specifieke omstandigheden enzovoort worden gegeven, met als randvoorwaarde dat het project niet te complex wordt voor de deelnemers.
  2. Voorwaarde van deelname. Strengere voorwaarden leveren meer blijvende effecten op.
  3. Bouw een relatie met de deelnemers Interactie met de deelnemers tijdens de deelnameperiode, feedback en implementatie vergroten de betrokkenheid met het project en de kans op blijvende gedragsverandering.
  4. Zorg voor opvolging. Opvolgen van de deelname met een vervolgaanbod leidt tot meer blijvende effecten.
  5. Maak deelname gemakkelijk. De moeite die deelnemers moet doen om deel te nemen wordt beïnvloed door:
    1. Appgebruik. In plaats van met camera’s wordt er steeds meer van apps gebruik gemaakt om spitsmijdingen te registeren. Het conversiepercentage (aandeel uitgenodigde mensen dat uiteindelijk deelnemer wordt) bij het gebruik van apps ligt lager dan bij het gebruik van camera’s. Maar spitsmijdingapps worden steeds meer geaccepteerd (7% conversie in 2016 en 18% in 2020). Naast de groter wordende acceptatie van apps zijn deelnemers met een app ook beter op de hoogte van het project en nemen daardoor bewuster deel. Dit heeft een (bescheiden) gunstige invloed op de beoogde gedragsverandering op de korte en lange termijn. Desondanks merken projectleiders het gebruik van een app nog steeds aan als negatieve factor voor het aantal geïnteresseerden.
    2. Het tijdvenster voor de te mijden spitstijden: de breedte van de spitsperiode op de weg is bepalend voor het tijdvenster voor de te mijden spitstijden. Een brede spits zorgt er voor dat het moeilijker is voor deelnemers om eerder of later te reizen. Zij stappen dan eerder over op een ander vervoermiddel of werken meer thuis.
    3. De omvang van het mijdingsgebied. Een groot mijdingsgebied maakt het moeilijker om een alternatieve route te kiezen. Tegelijkertijd voorkomt dit dat deelnemers een beloning krijgen voor een spitsmijding terwijl ze elders aanschuiven in de file. Met een groot mijdingsgebied stappen deelnemers sneller over op een ander vervoermiddel of zij kiezen ervoor om meer thuis te werken.
  6. Maak het aantrekkelijk om deel te nemen. Een laag aandeel frequent verkeer maakt dat er meer deelnemers nodig zijn om het beoogde aantal spitsmijdingen te behalen, en bovendien doen deze mensen minder snel mee omdat ze een relatief lage beloning kunnen krijgen.
  7. Pak het moment. Vooral wegwerkzaamheden verhogen het urgentiegevoel bij potentiële deelnemers. Dit verhoogt het aantal deelnemers.
  8. Effectieve werving. Cameraregistratie in combinatie met persoonlijke uitnodigingsbrieven is de meest effectieve wervingsmethode. Rekening moet worden gehouden met de privacy van weggebruikers. Cameraregistratie voor spitsmijdenprojecten mag alleen ingezet worden tijdens grootschalige wegwerkzaamheden. Het inzetten van geldelijke beloningen (cash geld) is op dezelfde wijze beperkt tot wegwerkzaamheden. Daarnaast staat 40% van de personenauto’s op naam van leasemaatschappijen en bedrijven. Dat maakt het lastiger om deelnemers te werven.

Kosten

De uitgevoerde projecten in de periode 2016-2020 kostten gemiddeld ongeveer €2,5 miljoen. De kosten per individuele spitsmijding (de beloningskosten en projectkosten gedeeld door het totale aantal gerapporteerde spitsmijdingen tijdens de deelnameperiode) zijn gemiddeld €13,11 (bandbreedte €1,5-€28). Alle genoemde kosten zijn inclusief btw. Een aantal projecten was al binnen de deelnameperiode kosteneffectief, dat wil zeggen dat ze een baten-kosten ratio groter dan 1 hadden. Er is een positieve relatie gevonden tussen extra financiële inspanning en duurzame gedragsreacties.

Voor het aanbesteden van spitsmijdenprojecten kan gebruik worden gemaakt van de documentatie van Integrale Mobiliteits Management Architectuur (IMMA) Raamovereenkomst. Dit was een raamovereenkomst tussen wegbeheerders, waaronder Rijkswaterstaat, en dienstverleners in mobiliteitsmanagement. Er zijn best practices verzameld in voorbeeld aanbestedingsdocumenten. Dit vereenvoudigt de aanbesteding.

Verschillende variabelen zijn nog van invloed op de kosten. Dit zit met name in de beloningskosten en -strategie, en is afhankelijk van de lengte van de deelnameperiode, het aantal spitsmijdingen per dag en de hoogte van beloningen.

Geraadpleegde bronnen

  1. Programma Beter Benutten Vervolg. Eindrapportage. Geraadpleegd op: Eindevaluatie Beter Benutten Vervolgprogramma.pdf (rws.nl) (IenW, november 2018).
  2. Meta-evaluatie spitsmijdenprojecten 2013 (MuConsult, 2013).
  3. Meta-evaluatie spitsmijdenprojecten 2017 (MuConsult, 2017).
  4. Meta-evaluatie spitsmijdenprojecten 2019 (MuConsult, 2019).
  5. https://www.crow.nl/mobiliteit-en-gedrag/nieuws-mobiliteit-en-gedrag/juli-2016/kamermoties-over-spitsmijden
  6. Mobiliteitsbeeld 2021 (KiM, 2022).
  7. Thuiswerken en de gevolgen voor wonen, werken en mobiliteit (PBL, 2021)
  8. Verkenning van de kwantitatieve impact van gedragsmaatregelen op mobiliteit (Ecorys, 2022)

Contactpersoon/meer informatie

Neem contact op met het adviesteam Slim Reizen.


Vuistregels

  • afname van het aantal autoverplaatsingen tijdens de spits van 15% heeft een groot effect op het aantal voertuigverliesuren en daarmee de bereikbaarheid
  • de uitdaging is om structureel te sturen op minder autoverkeer tijdens de spits en het terugvaleffect te beperken
  • de 2e generatie spitsmijdenprojecten tussen 2016-2020 hebben tot 34%-39% minder spitsritten met de auto per deelnemer geleid