Living Lab Heavy Duty Laadpleinen
Het project Living Lab Heavy Duty Laadpleinen is een proeftuin voor zware laadinfrastructuur waar op 6 locaties kennis en ervaring wordt opgedaan en gedeeld, waarmee Nederlandse marktpartijen hun voordeel kunnen doen. Daarnaast wil het project bijdragen aan een snellere ontwikkeling en uitrol van laadpleinen in Nederland.
Van belang is om op korte termijn kennis en ervaring op te doen met laadvoorzieningen voor elektrisch aangedreven vrachtwagens in het verbinden van stedelijke gebieden met logistieke toplocaties.
In Nederland rijden begin 2023 circa 400 elektrische vrachtwagens. In 2030 is naar verwachting 10% van de vrachtauto’s in ons land al elektrisch. De logistieke sector staat hiermee voor een omvangrijke verduurzamingsopgave. Om deze vrachtwagens veilig te laten rijden is een landelijk dekkend netwerk van publieke en private laadpleinen nodig. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaf in 2022 opdracht aan Rijkswaterstaat om in de praktijk onderzoek te doen naar het effectief inrichten van publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor het zware wegverkeer. Dit wordt gedaan in het Living Lab Heavy Duty Laadpleinen in samenwerking met de markt en meerdere partners uit de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL).
Waarom?
Nederland staat voor een grote veranderopgave om te komen tot een duurzaam en emissieloos mobiliteitssysteem. Voor de logistieke sector zijn in het Klimaatakkoord aparte afspraken gemaakt. In 2025 zijn er al zero-emissiezones voor tientallen binnensteden, waardoor dieseltrucks er uiterlijk 2030 geen toegang meer hebben.
Naast de emissies van CO2 en stikstof moet ook de uitstoot van fijnstof flink naar beneden. Van belang is om op korte termijn kennis en ervaring op te doen met het inrichten en gebruiken van laadvoorzieningen voor elektrisch aangedreven vrachtwagens (E-Trucks) in het verbinden van stedelijke gebieden met logistieke toplocaties zoals havens en gebieden met een hoge concentratie distributiecentra.
Verder komen er ook eisen uit Europa (AFIR) om voldoende publiek toegankelijke laadinfrastructuur aan te leggen langs trans-Europese netwerken en stedelijke knooppunten. Het Living Lab Heavy Duty Laadpleinen draagt daaraan bij door zoveel mogelijk kennis te vergaren en te delen.
Door het delen van data en kennis en het beschikbaar stellen van financiering voor innovatie kunnen marktpartijen sneller opschalen.
Wat?
Het Living Lab doet onderzoek naar de benodigde laadinfrastructuur voor het zware wegverkeer. Door het delen van data en kennis en het beschikbaar stellen van financiering voor innovatie kunnen marktpartijen sneller opschalen.
Ook helpt het bij het effectief inrichten van nationale overheidsinstrumenten, zoals wet- en regelgeving of subsidies. Zo kan er in Nederland sneller een goed functionerend netwerk van publiek toegankelijke laadpleinen gecreëerd worden en kunnen Nederlandse bedrijven hun internationale marktpositie versterken. Naast technische aspecten en veiligheid komen ook ruimtelijke ordening, integratie met energie-infrastructuur, de logistieke processen en businesscase in het onderzoek aan bod.
Hoe?
Rijkswaterstaat brengt via het Living Lab Heavy Duty Laadpleinen marktpartijen, overheden en kennisinstituten bij elkaar om data, kennis en ervaringen over het inrichten en gebruiken van laadvoorzieningen voor elektrische vrachtwagens met elkaar te delen. Ook stelt Rijkswaterstaat financiering beschikbaar voor innovatie.
De centrale kennisvraag is:
Wat is een functionele, betaalbare en schaalbare inrichting van (semi-)publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor heavy duty logistiek richting 2025 en 2030?
De begrippen functioneel, betaalbaar en schaalbaar zijn vertaald naar vijf onderzoeksthema’s: energie, logistiek, techniek, ruimtelijke ordening en businesscase.
Met behulp van deze kennisvragen verzamelt Rijkswaterstaat in samenwerking met TNO data, kennis en ervaringen op 6 fysieke laadpleinen variërend van truckparkings, semi-publieke locaties en publiek toegankelijke locaties. Per laadplein is er een budget beschikbaar om verdere innovatie te stimuleren.