‘Groot bestuurlijk draagvlak om van hinder kans te maken’
Zuid-Holland staat de komende 10 jaar voor de grootste onderhoudsopgave ooit. Om de bereikbaarheid in de provincie te waarborgen, gaat een nieuwe samenwerkingsorganisatie zich niet alleen bezighouden met verkeersmanagement, maar ook met mobiliteitsmanagement en hindercommunicatie. Jacqueline Boonstra-Van der Pluijm, programmamanager Bereikbaarheidsaanpak WNZ, signaleert bij alle partners een grote bereidheid om vraagstukken rond mobiliteit, klimaat en leefbaarheid op te pakken. ‘Het besef is groot dat dit alleen lukt als we het samen doen.’
Jacqueline Boonstra-Van der Pluijm is sinds mei vorig jaar programmamanager uitvoering van Bereikbaarheidsaanpak Zuid-Holland. Haar ervaring met dit type projecten strekt zich echter verder uit. Zo was ze 20 jaar geleden ook nauw betrokken bij de bereikbaarheidsproblematiek in deze regio. Toch ziet ze duidelijke verschillen in aanpak. ‘Ook toen waren we ons bij V&R-projecten terdege bewust van het effect op het onderliggende wegennet, en ook op andere partijen zoals de waterschappen. 20 jaar geleden kreeg je bestuurders alleen niet zo gemakkelijk aan tafel als nu.’
Schepje erbovenop
‘Het besef is veel groter dat je als bestuurlijke partners gezamenlijk afspraken moet maken. Er spelen op dit moment ook méér maatschappelijke ontwikkelingen. Veel onderwerpen komen bij elkaar, de energie- en de mobiliteitstransitie, maar ook de vraag: hoe houden we steden leefbaar. Dus als je vanwege wegwerkzaamheden fietsen stimuleert, draagt dat ook bij aan de leefbaarheid van de stad. Daarom doen we er nu een schepje bovenop.’
Nieuw samenwerkingsverband
‘Na de zomer gaan de 3 samenwerkingsorganisaties Bereik, de Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden en Rijnland op in een nieuw samenwerkingsverband. Deze organisaties hielden zich binnen de provincie al bezig met verkeersmanagement en mobiliteitsmanagement, maar dat willen we verder uitbreiden. Zo zijn we in de hele provincie met bedrijven in gesprek over anders en slimmer reizen. Maar ook over de vraag wat we daarin met elkaar kunnen verbeteren. Daarover willen we gezamenlijk communiceren, en ook dat alle informatie op 1 plek te vinden is.’
Gezamenlijk programma
‘Die nieuwe organisatie wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van een gezamenlijk programma. Vanuit Rijkswaterstaat, de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Den Haag-Rotterdam, de gemeenten Rotterdam en Den Haag, ProRail, Havenbedrijf Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken we daaraan. Dat programma moet ervoor zorgen dat zo veel mogelijk mensen de auto laten staan.’
Investeren in team
‘De voorbereidingen voor de nieuwe organisatie zijn in volle gang. Er ligt een mooi rapport, maar daarmee ben je er niet, je moet het ook echt samen doen. We komen vanuit verschillende organisaties, door wekelijks te overleggen en taken te verdelen, investeren we als partners in een hecht team. Dat is belangrijk als je straks samen besluiten moet nemen en wilt werken aan bereikbaarheid. Er kunnen tegengestelde belangen ontstaan. Als je nauw samenwerkt en elkaar kent, is er een gezamenlijke basis om te zeggen: hoe komen we hier uit.’
Duurzame gedragsverandering
‘Een gezamenlijke aanpak biedt de meeste kansen op een duurzame gedragsverandering bij weggebruikers. Daarvan ben ik heilig overtuigd. Voor sommige partners is dat het belangrijkste doel. Voor Rijkswaterstaat geldt dat bepaalde werkzaamheden simpelweg moeten worden uitgevoerd om de infrastructuur veilig te houden. Bereikbaarheid staat daarbij voorop. Wij zullen díe maatregelen kiezen die minder hinder opleveren én zo veel mogelijk kansen opleveren voor een blijvende gedragsverandering.’
Beter bereikbaar
‘Als we er samen voor kunnen zorgen dat steden in Zuid-Holland beter bereikbaar zijn, hoeven we als Rijkswaterstaat het wegennet niet uit te breiden en helpen we die steden om duurzamer te worden. Die component gaat meer meewegen dan voorheen. Dat is persoonlijk ook míjn belangrijkste drijfveer: hoe brengen we veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid met elkaar in balans.’
Behoeften weggebruiker
‘Nu, in coronatijd, zie je al dat als maar een klein deel van de weggebruikers een andere keuze maakt, we al veel problemen op de weg oplossen en ook dat we de leefbaarheid in steden kunnen verbeteren. Megasprongen, daar geloof ik niet in. Wel dat alle kleine beetjes helpen. Zeker als we ons meer gaan verdiepen in de logistieke behoeften van de weggebruiker. Enige realiteitszin daarbij is wel belangrijk. Want, je kunt wel zeggen dat iedereen het OV in moet, maar als iemand 3 uur moet reizen voordat hij op zijn bestemming is, gaat ’m dat niet worden.’
Delen
Jacqueline Boonstra-Van der Pluijm, programmamanager uitvoering Bereikbaarheidsaanpak Zuid-Holland