Mobiliteitskaart: alle duurzame vervoersmiddelen op 1 pas

Gepubliceerd 20 januari 2021

Rijkswaterstaat zet zich met diverse initiatieven in voor duurzame mobiliteit. Extern en intern. Als het gaat om de eigen medewerkers is het streven onder andere gericht op minder reizen en het stimuleren van het gebruik van de (e-)fiets en het openbaar vervoer. Hulpmiddel daarbij is de mobiliteitskaart. Steven van Hoof, clustercoördinator vervoersmobiliteit, vertelt erover.

‘Niet reizen is natuurlijk het meest duurzame alternatief als we het hebben over duurzame mobiliteit. Laat ik dat voorop stellen. En door het coronavirus hebben we, noodgedwongen, allemaal aan het thuiswerken kunnen wennen en vermijden we al zoveel mogelijk onnodige reizen.’

‘Ook in de toekomst blijft de vraag echter actueel: is het noodzakelijk dat ik voor mijn werk ga reizen? Is die zoveelste vergadering van de dag face-to-face nodig? En is dit de meest handige locatie? Als het antwoord op beide vragen ja is, dan is er de Shuttel-mobiliteitskaart. Daarmee kun je gemakkelijk en snel reizen én een bijdrage leveren aan duurzame mobiliteit.’

Gebruik van deelauto’s

‘Met 1 kaart met de trein naar het dichtstbijzijnde station, op de OV-fiets het laatste stuk naar kantoor en later op die dag met een deelauto naar je, met het OV, slecht bereikbare afspraak. Sinds 2014 kunnen we dat allemaal met de mobiliteitskaart. Alle smaken van het OV staan erop en departementen kunnen extra’s toevoegen zoals het gebruik van deelauto’s. Bijna elke Rijkswaterstater heeft zo’n mobiliteitskaart. Los van de vraag of iemand met eigen auto, dienstauto of fiets naar het werk rijdt of niet: iedereen heeft de mógelijkheid om een duurzamer alternatief te pakken voor het maken van dienstreizen of reizen naar de vaste werkplek.’

Geen administratief gedoe

‘We gebruiken bij Rijkswaterstaat vaker het OV dan andere organisaties. 46% van de medewerkers van Rijkswaterstaat reist met het openbaar vervoer naar het werk. De mobiliteitskaart levert daaraan een sterke bijdrage, de reiskosten in het OV worden volledig vergoed. Doordat de kosten via de werkgever verlopen hoeft de werknemer niets in te vullen of te declareren achteraf. De kaart maakt duurzaam reizen voordelig en makkelijk.’

‘Tijdens dienstreizen mogen we 1e klas treinen. Alles staat op hetzelfde pasje. Je hebt geen administratief gedoe en hoeft de kaart nooit op te laden. En terwijl ons beleid het gebruik van de kaart aanmoedigt, ontmoedigen we het autoreizen. Waar je je autorit beperkt vergoed krijgt, worden OV-reizen wel vollédig vergoed.’

Afspraken Anders reizen

‘De mobiliteitskaart is een van de manieren waarop Rijkswaterstaat de CO2-uitstoot van de mobiliteit van de eigen medewerkers wil terugbrengen. De doelstelling van het Rijk, net I&W aangesloten bij de coalitie Anders Reizen, is 50% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2016. I&W heeft deze doelstelling voor zichzelf aangescherpt naar 50% minder CO₂-uitstoot in 2025.’

‘De mobiliteitskaart is een mooie stap op weg naar dat doel. OV-vervoerders maken in toenemende mate gebruik van elektrische voertuigen. Zij kopen de stroom duurzaam in. Daardoor wordt de CO2-emissie van reizen met het openbaar vervoer nog lager dan deze al is. Ook initiatieven zoals het verduurzamen van ons wagenpark dragen bij aan dat doel.’

‘Daarnaast blijven we het gebruik van de (elektrische) fiets stimuleren. Vooral nu de opkomst van de speed pedelec  fietsen ook voor grotere afstanden in het woon-werkverkeer aantrekkelijk maakt. Gebruik van de fiets is gezond en bespaart CO2-uitstoot. Vanaf 1 januari 2021 is de IKB-regeling voor de fiets uitgebreid. Daarmee wordt het nog aantrekkelijker om via het Rijksportaal een fiets aan te schaffen. We geven daarmee de duidelijke boodschap af dat we voor gezond en duurzaam gaan!’

Voorbeeldfunctie Rijkswaterstaat

‘Het is belangrijk dat wij kansen om duurzamer van A naar B te reizen snel identificeren en benutten. Ook voor onze eigen medewerkers. Als ruim 9.000 Rijkswaterstaters minder autorijden, heeft dat invloed op de drukte op de weg en op het milieu. Bovenal hebben wij een voorbeeldfunctie. Als dé overheidspartij voor mobiliteit vind ik het niet meer dan logisch dat wij vooroplopen.’


Steven van Hoof, clustercoördinator vervoersmobiliteit