Fiets

We kunnen de bereikbaarheid alleen vergroten wanneer we alle mogelijke middelen benutten om van A naar B te komen. Inzet van andere, meer duurzame vervoersmiddelen zoals de fiets zijn daarbij cruciaal. Mede door de opkomst van de e-bike speelt de fiets een steeds belangrijkere rol in het verbeteren van de lokale en regionale stedelijke bereikbaarheid en leefbaarheid. Rijkswaterstaat probeert de fiets zo goed mogelijk mee te nemen in haar werk. In het Voorbeeldenboek fiets staan voorbeelden hoe we dat in de praktijk doen.

Rijk, regio en gemeente komen elkaar steeds meer tegen in het regionaal mobiliteitsbeleid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil de fiets graag tot een van de speerpunten maken van haar bereikbaarheidsbeleid.

In het Nationaal Toekomstbeeld Fiets brengen Rijk en decentrale overheden gezamenlijk de potentie voor zowel de korte als de langere termijn in beeld. Het gaat zowel om nieuwe fietsinfrastructuur, inclusief stallingen, als om het wegnemen van capaciteits- en verkeersveiligheidsknelpunten van bestaande fietsinfrastructuur. Op 8 maart 2021 is dit op hoofdlijnen gepresenteerd door de toenmalige staatssecretaris in een kamerbrief over het Nationaal Toekomstbeeld Fiets. In 2022 maken Rijk en regio hier definitieve afspraken over.

Trends en ontwikkelingen

Het belang van de fiets neemt toe. Er zijn vijf trends en ontwikkelingen die de ‘revival’ van de fiets onderstrepen.

  1. Bereikbaarheid: De fiets speelt een cruciale rol bij het bereikbaar en leefbaar houden van de stad. De fiets is ‘booming’ en kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van de doorstroming van het autoverkeer en de bereikbaarheid van steden.
  2. E-bike en speedpedelec: Er rijden inmiddels meer dan 1 miljoen elektrische fietsen in Nederland. Hiermee wordt gemiddeld een afstand overbrugd van 6,3 kilometer. De fiets wordt daardoor een serieus alternatief voor langere afstanden (tot 30 km). Het regionale netwerk is hierdoor binnen bereik en wordt een serieus alternatief voor de beroepsbevolking.
  3. De generatie Y4: Het autogebruik onder jongvolwassen van 18 tot 30 jaar neemt de laatste jaren af. De verwachting is dat de jongvolwassenen die in een stedelijke omgeving wonen, blijven kiezen voor de fiets.
  4. Verstedelijking versus krimp: Er is een tendens tot de ontwikkeling van compactere stedelijke gebieden die meerdere functies op dezelfde plek combineren. Die stedelijke verdichting gaat samen met een duurzame wijze van vervoer. Beide aspecten pleiten voor een inzet op de fiets. Het is de uitdaging om te zorgen dat het succes van de fiets niet leidt tot overlast die hier eventueel door kan ontstaan, bijvoorbeeld doordat er (te) weinig fietsenstallingen zijn. Ruimtelijke ontwikkeling en duurzame mobiliteit hebben dus alles met elkaar te maken.
  5. Duurzaamheid en gezondheid: Voor wegbeheerders is het belangrijk steden zowel bereikbaar als leefbaar te houden en mensen te verleiden tot meer bewegen en een gezonde levensstijl. Dat leidt tot de noodzaak om de infrastructuur toekomstbestendig te maken om daarmee de gezondheid positief te beïnvloeden.

Actielijnen

Bovenstaande trends en ontwikkelingen hebben geleid tot de formulering van een Rijksambitie, waarbij de fiets (nog meer) een vanzelfsprekende plek inneemt in de ruimte. Om die ambitie te realiseren heeft Rijkswaterstaat drie actielijnen opgesteld:

  1. Eigen netwerk op orde
  2. Versteviging rol als regionale partner
  3. Ontwikkeling kennis, modellen en informatie