Factsheet Hubs

Een (mobiliteits-)hub is een knooppunt in een multimodaal mobiliteitsnetwerk, waar verschillende vervoerswijzen (zoals OV en deelmobiliteit) en hun infrastructuur samenkomen. Het hubconcept bouwt voort op eerdere initiatieven voor knooppuntontwikkeling, zoals Park-and-Ride en Park-and-Bike.

Ze bieden een plek waar vraag- en aanbod van vervoersmodaliteiten op elkaar aansluiten en fungeren als fysieke schakel als begin-, eind- of overstappunt in de reis. De combinatie van bijvoorbeeld openbaar vervoer, (fiets)parkeerplaatsen en deelmobiliteit vergroot de keuze voor de reiziger.

Een hub bevat naast bovenstaande functionaliteiten bij voorkeur ook een prettige omgeving met een aantrekkende werking door vraag en aanbod van andere functies en voorzieningen, zoals speel-, werk- en ontmoetingsplekken, pick-up punten voor pakketjes en boodschappen.

Figuur 1 Impressie van een mobiliteitshub
Figuur 1 Impressie van een mobiliteitshub

Hubs zijn er in verschillende soorten en maten, en er worden verschillende typologieën gebruikt. Het aanbod aan vervoersmiddelen en functies is per hub verschillend, zodat het past bij de behoeftes van de reizigers, beoogde functie en locatie. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de volgende typen hubs.

1. Stadsrandhubs/ringhubs

Doel: het bieden van een parkeeroplossing op afstand en schakel tussen het stedelijk mobiliteitsnetwerk en het regionaal autonetwerk voor bewoners die op afstand parkeren.

Een stadsrandhub is een herkenbare, aangename en opvallende overstaplocatie aan de rand van het stedelijk gebied, meestal binnen of direct aan de ringstructuur van het hoofdwegennet. Op deze hubs zijn bijvoorbeeld aanwezigheid van, P+R, bus-, trein, fietsparkeervoorzieningen en aansluiting op fietsverbindingen met woongebieden van belang. Een stadsrandhub draagt daarmee bij aan het ontwikkelen van autoluwe steden en woon-/werkgebieden. Uit het oogpunt van nabijheid en het ontlasten van verkeer op het hoofdwegennet rond de stad, is de ontwikkeling dat stadsrandhubs vooral ingezet worden voor parkeren op afstand van bewoners, en voor bezoekers van de stad buiten de spitsuren.

2. Regionale Hub (inclusief P+R)

Doel: het bieden van een multimodaal reisaanbod voor de keuzereiziger, waardoor de afweging kan worden gemaakt om niet de gehele reis met dezelfde modaliteit af te leggen.

Een regionale mobiliteitshub is een herkenbare, aangename en opvallende overstaplocatie op afstand van het stedelijk gebied, bij voorkeur buiten de ringstructuur van het hoofdwegennet. Deze hubs zijn met name gericht op bezoekers van het stedelijk gebied waaronder ook forensen. Op deze hubs is aanwezigheid van, P+R, bus-, trein, fietsparkeervoorzieningen en fietsverbindingen (doorfietsroutes) van belang. Een regiohub draagt bij aan de bereikbaarheid van steden vanuit het landelijk gebied door het autonetwerk te verknopen met het stedelijke mobiliteitsnetwerk. Op deze hubs moet ook een minimaal serviceniveau aangeboden worden, zodat de hub ook een aangename plek is om desgewenst (kort) te verblijven.

3. City Centre Hub/Stedelijk knooppunt

Doel: het vergroten van de aantrekkelijkheid van de plek om te wonen, te werken, te leven en bieden van een groot en divers aanbod aan modaliteiten.

Deze hub ligt vaak in een stadscentrum. Een city centre hub dient als knooppunt tussen verschillende OV-stromen. Op deze locatie zijn dan ook verschillende modaliteiten te vinden waarmee personen zich kunnen verplaatsen. Bij deze hub horen ook faciliteiten als horecagelegenheden, eventueel publieke/gemeentelijke parkeermogelijkheden en ruime overstapmogelijkheid op deelvervoer en andere vormen van collectief vervoer zoals taxi. Verder uitbreiden van retail-, horeca- en vergadermogelijkheden op deze hubs helpt de aantrekkelijkheid en het gebruik te vergroten.

4. Zakelijke Hub

Doel: medewerkers stimuleren om met de fiets of het OV naar het werk te komen.

Een zakelijke hub is een hub ten dienste van een bedrijf of een bedrijventerrein, waarbij naast deelmobiliteit voor zakelijke reizen, parkeergelegenheid/toegang voor woon-/werkmodaliteiten beschikbaar wordt gesteld. De toegang tot de mobiliteit loopt veelal via de werkgever die een contract met de aanbieder heeft. Een zakelijke hub hoeft niet per se over een directe koppeling met het openbaar vervoer te beschikken, maar zo’n koppeling vergroot wel de vervoersflexibiliteit. Parkeerruimte voor deelvervoermiddelen in de directe nabijheid van het kantoor is hier een eerste vereiste. Maar parkeerruimte voor privéauto’s moet juist beperkt zijn. Aan de hub kunnen ook logistieke persoonsgebonden functies worden gekoppeld. Deze hub kan, afhankelijk van de ligging, ook worden gecombineerd met de city centre hub.

5. Bewonershub (ook wel buurthub, wijkhub, deelmobiliteitshub)

Doel: verkeersdruk omlaag brengen (of niet te verhogen in geval van binnenstedelijke woningontwikkeling) door bewoners te stimuleren deelmobiliteit te gebruiken. Dit vergroot de ruimtelijke kwaliteit van het gebied (minder eigen vervoer staat geparkeerd op straat).

Deze hub biedt mogelijkheden voor bewoners van een gebied of gebouw om gebruik te maken van deelmobiliteit die zeer nabij de woonlocatie beschikbaar wordt gesteld. Deze locatie is het start- en eindpunt van elke reis die de bewoner maakt vanaf zijn woonlocatie. Koppeling met het openbaar vervoer hoeft niet op de hub aanwezig te zijn, maar vergroot de functionaliteit van de hub nadrukkelijk. Bewoners kunnen deelmobiliteit gebruiken op de hub (zie ook factsheet Autodelen en factsheet Deelfietssystemen). De ontwikkeling van dit soort hubs wordt in de praktijk in belangrijke mate gedreven door lage parkeernormen van de gemeenten bij nieuwbouw of renovatie van woningen/appartementen. Hiermee dragen dergelijke hubs bij aan structurele gedragsverandering en de mobiliteitstransitie.

Bereikbaarheidseffecten

Een hub draagt bij aan de bereikbaarheid door verknoping van netwerken en het bieden van extra reismogelijkheden. De bereikbaarheidseffecten van hubs zijn afhankelijk van de locatie, functie in het netwerk en het mobiliteitsaanbod (OV, deelmobiliteit, fiets) op de hub zelf (zie ook de factsheet MaaS en de factsheet Autodelen).

De bereikbaarheidseffecten zijn verschillend voor de verschillende soorten hubs. Een bewonershubs in de wijk kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat het aantrekkelijker wordt te reizen met deelmobiliteit, wat het autogebruik en daarmee druk op het autonetwerk verlaagt. Regionale hubs (en stadsrandhubs) bieden een overstappunt vanuit het autonetwerk op het (regionaal) OV en de stedelijke mobiliteitsvoorzieningen (fiets, OV, deelmobiliteit) en vergroten zo de bereikbaarheid van de stad vanuit het landelijk gebied. Regionale hubs dragen hiermee bovendien bij aan het verlagen van de druk op het stedelijk autonetwerk.

Duurzaamheidseffecten

Hubs integreren duurzaam en schoon vervoer op één overzichtelijke en aantrekkelijke locatie. Er wordt een gevarieerd aanbod van zuinige, schone en actieve vervoersmiddelen aangeboden, afgestemd op de behoeften van lokale gebruikers. Dit zorgt ervoor dat het voor reizigers aantrekkelijker en makkelijker wordt om duurzame mobiliteitsopties te gebruiken zoals fiets, OV en elektrische deelmobiliteit, in plaats van te reizen met de eigen auto.

Het gebruik van hubs levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de groeiende noodzaak tot het verlagen van de uitstoot van het verkeer (CO2, NOx, fijnstof en geluid) in steden. De CO2-emissies van alleen hubs hebben een effect van 0 tot 1% in CO2-reductie op de totale emissie van mobiliteit, maar gekoppeld met onder andere OV- en fietsmaatregelen kan het effect tussen de 1 tot 2,5% zijn [4]. Exacte cijfers over de reductie van andere luchtvervuilende emissies door multimodale hubs zijn niet bekend. Daarom schat CROW dat het effect op luchtvervuilende emissies door mobiliteit hetzelfde is als dat van CO2, zo’n 0 tot 1%.

In beide gevallen volgen de maatschappelijke effecten vooral uit een geringere afhankelijkheid van privéauto’s en vrachtwagens, door alternatieven aantrekkelijker te maken.

Variabelen die van invloed zijn op effecten

P&R-locaties en transferia bestaan al vele jaren, met wisselend succes. Een succesvolle hub is meer dan bijvoorbeeld een bushalte met twee deelscooters of een parkeerplaats waar ook een OV-bus stopt. Belangrijke criteria voor het succes van hubs zijn aanvullend op bovenstaande punten:

  1. Duidelijke afspraken over de financiele investering, exploitatie en doorontwikkeling van hubs.
  2. De beschikbaarheid van voldoende vervoersmiddelen die voldoen aan de wensen van gebruikers. Reizigers hechten waarde aan vrijheid, flexibiliteit en betrouwbaarheid. MaaS biedt potentie om aan deze wensen te doen (zie ook de factsheet MaaS).
  3. Actuele reis- en routeinformatie, waaronder informatie over de beschikbaarheid van parkeercapaciteit en natransport. Hier ligt ook een raakvlak met regionaal dynamisch verkeersmanagement.
  4. Het deelmobiliteitsaanbod op straat wordt vaak ervaren als ‘verrommeling’ van de openbare ruimte. Het goed inpassen van deelmobiliteit gaat verder dan deelauto’s en fietsen aanbieden om zo de ruimte efficiënter in te richten. Om verrommeling van de openbare ruimte te voorkomen, is regie nodig. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen om het deelmobiliteitsbeleid zo te organiseren dat deelvoertuigen zoals scooters en fietsen altijd op aangewezen plekken (deelmobiliteitshubs) moeten staan.
  5. Een aantrekkelijke omgeving en goede bereikbaarheid van de mobiliteitshub. De hub moet een aantrekkelijke plek zijn waar mensen naartoe willen, moet veilig, toegankelijk, groen, beschut, schoon en onderhouden zijn, anders gebruiken reizigers deze niet.
  6. De locatiekeuze van de mobiliteitshub is van belang. Dit geldt zowel voor de plek in het multimodale netwerk als de ligging ten opzichte van ruimtelijke functies (wonen, werken, voorzieningen).

Het KiM (2021) beschrijft en verdeelt de randvoorwaarden van een succesvolle hub op micro-, macro- en mesoniveau:

tabel randvoorwaarden van een succesvolle hub (KiM, 2021)
Micro Meso Macro
Ruimtelijke concentratie en merkvoering Kwaliteit voor- en natransport Beprijzing autobezit en gebruik
(Sociale) veiligheid Toegangsbeperkingen binnenstad Ontwikkeling van MaaS
Beprijzing van diensten Toegangsbeprijzing en parkeerbeleid Fiscale behandeling multimodaliteit
White label Afstemming met ruimtelijke ordening Ontwikkelingen in aanbod deelmobiliteit
Ruimte voor commerciële versus maatschappelijke functies Afstemming met lokale ondernemers Ontschotten van regulier OV en doelgroepenvervoer
Flexibiliteit versus structurerende werking Electrificatie van mobiliteit

Effecten lange termijn

Gezien de diversiteit aan potentiële functies, kunnen mobiliteitshubs aan verschillende maatschappelijke doelen bijdragen. Wat de aard en omvang is van de maatschappelijke effecten die verschillende typen hubs hebben, valt nog niet te zeggen. Dit verschilt vermoedelijk naar ruimtelijke context [5]. Met name in stedelijk gebied worden hubs gerelateerd aan beleidsdoelen rond leefbaarheid en duurzaamheid, terwijl hubs in het landelijk gebied vooral gericht zijn op het versterken van bereikbaarheid en inclusiviteit. CROW (2021) beschrijft de effecten van het gebruik van mobiliteitshubs als volgt:

tabel effecten gebruik mobiliteitshubs (CROW, 2021)
Indicator Score Toelichting
Effect op de vraag naar duurzame energie 0 Het exacte effect op de energievraag is onbekend. Er kan wel aangenomen worden dat bij verhoogde vervoersvraag meer (elektrische) voertuigen moeten worden ingezet, wat een positief effect heeft op het energieverbruik.
Effect op leefbaarheid + Investeren in OV en fiets leidt (in tegenstelling tot investeren in de auto) tot een verbetering van de milieukwaliteit (minder emissies, minder geluid), tot lagere gebruikskosten, minder ruimtebeslag en positieve gezondheidsbaten (door meer fietsen). Daarnaast kan de kans op congestie afnemen waardoor de luchtkwaliteit verbeterd wordt.
Draagvlak bij sector + Veel bedrijven stimuleren fiets- en OV-gebruik in hun bestaand beleid. Onder andere in het programma Anders Reizen, waar 40 grote bedrijven aan meedoen, zijn diverse maatregelen tot fiets en OV-gebruik opgenomen.
Maatschappelijk/politiek + Nagenoeg alle gemeenten voeren beleid voor het stimuleren van wandelen, fiets- en OV-gebruik, maar hier zijn vaak geen concrete doelstellingen voor de modal shift aan gekoppeld, zoals beoogd is in de maatregel uit het maatregelenpakket (namelijk 10% modal shift op korte ritten onder de 15 km) [1].

Het succes van mobiliteitshubs is afhankelijk van veel factoren, waaronder ook de groei van deelmobiliteit en de waarde die de samenleving op termijn blijft toekennen aan automobiliteit. In de meeste gevallen volgen de maatschappelijke effecten vooral uit een geringere afhankelijkheid van privéauto’s en vrachtwagens, door alternatieven aantrekkelijker te maken. De hubs zijn daarnaast van belang als schakels om het multimodale mobiliteitssysteem verder te ontwikkelen en daarmee een verdere mobiliteitstransitie mogelijk te maken.

Kosten

Investeringen in infrastructuur hebben relatief hoge kosten. Binnen multimodale hubs zijn de kosten sterk afhankelijk van het schaalniveau en de toepassing, omdat deze kunnen bestaan uit het plaatsen van extra bushaltes (€€) en fietspaden tot het creëren van grote infrastructuuruitbreidingen (€€€€). Het bouwen van hubs is maatwerk, daar bestaat geen blauwdruk van.

Geraadpleegde bronnen

  1. Effectbepaling regionaal maatregelenpakket: Programma duurzame mobiliteit Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (CE Delft, 2020)
  2. Startnotitie Hubs. Geraadpleegd op: https://mobiliteitsalliantie.nl/wp-content/uploads/2020/06/2020-06-11-Hubs-Startnotititie.pdf (Mobiliteitsalliantie, 2020)
  3. Brochure Mobiliteitshubs. Geraadpleegd op: https://natuurenmilieu.nl/app/uploads/Brochure-Mobiliteitshubs.pdf (Natuur & Milieu, 2020)
  4. Factsheet Multimodale hubs. Geraadpleegd op: https://www.crow.nl/getattachment/Duurzame-mobiliteit/Home/ruimte-voor-klimaat-en-energie/beleid-maatregelen-handreikingen-visies/4-Multimodale-hubs-effect.pdf.aspx?lang=nl-nl (CROW, 2021)
  5. Verkenning van het concept mobiliteitshub. Geraadpleegd op: https://www.kimnet.nl/binaries/kimnet/documenten/rapporten/2021/05/31/verkenning-van-het-concept-mobiliteitshub/Rapport+Verkenning+Mobiliteitshub_pdfA.pdf (KiM, 2021)
  6. https://www.magazinesrijkswaterstaat.nl/smartmobility/2022/02/multimodale-hubs (Magazine Rijkswaterstaat, 2022)
  7. Een nieuwe kijk op bereikbaarheid (CE Delft, 2019)
  8. VN TV: ‘Mobiliteitshub meer dan een plek om over te stappen’. Geraadpleegd op: https://www.verkeersnet.nl/mobiliteitsbeleid/41991/vn-tv-mobiliteitshub-meer-dan-een-plek-om-over-te-stappen/ (Verkeersnet (2022)
  9. Scholten, Kwantes, Burmanje, 2021. Hoe mobiliteitshubs hoogstedelijke gebieden leefbaar én bereikbaar houden https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/mobiliteitshub-het-nieuwe-normaal-in-hoogstedelijke-gebieden/
  10. De Multimodale Hub en Rijkswaterstaat. De multimodale hub en Rijkswaterstaat (VenhoevenCS 2020)
  11. De hub als link tussen hoofdwegennet en duurzame stedelijke mobiliteit: uitwerking corridorhubs Nieuwe studie ‘De multimodale hub en Rijkswaterstaat’ (Studio Bereikbaar, 2021)

Contactpersoon/meer informatie

Neem contact op met het adviesteam Slim Reizen.