Toolbox Slimme Mobiliteit
De Toolbox Slimme Mobiliteit biedt een overzicht van de belangrijkste maatregelen die mobiliteitsgedrag beïnvloeden. De toolbox is bedoeld om te inspireren en te ondersteunen bij het kiezen van de meest kansrijke maatregelen voor een specifieke situatie. De focus ligt hierbij op de toepassing binnen de Hinderaanpak met zowel kortetermijneffecten als structurele mobiliteitseffecten. Meer informatie over de toolbox. Op pagina 1 vindt u de factsheets en op pagina 2 de praktijkvoorbeelden.

Als bij een knelpunt op het hoofdwegennet een route via het onderliggend wegennet voor een weggebruiker aantrekkelijker wordt, maar deze route niet geschikt is om het verkeer af te wikkelen is het wenselijk om maatregelen te nemen tegen sluipverkeer.

Naast de bekende gele borden en DRIPs op straat is het effectief om de informatie over wegwerkzaamheden ook binnen in de auto te krijgen, zichtbaar in de navigatiesystemen en -apps.

Het aantal afgelegde fietskilometers is met circa 10% gestegen tussen 2010 en 2019 [1]. Daarmee wordt het steeds belangrijker om fietsers ook tijdens werkzaamheden goed te faciliteren.

Het CROW [1] definieert autodelen als een vorm van dienstverlening. Goed beleid voor autodelen draagt bij aan de bereikbaarheid van binnensteden, het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte en het milieu doordat autodelen bijdraagt aan het reduceren van autogebruik.

Vaak staat bij verandering van reisgedrag de forens centraal. Maar het aandeel incidentele reizigers is niet te verwaarlozen. In de Maastunnel in Rotterdam reist bijvoorbeeld maar liefst 65% van de passanten niet vaker dan eens per maand door de tunnel heen.

Deelmobiliteit biedt gebruikers op korte termijn toegang tot een van de vervoersmiddelen wanneer dat voor de gebruiker nodig is. Er zijn allerlei deelvoertuigen, waaronder deelauto’s, deelscooters, deelsteps en deelfietsen.

De fiets is het voornaamste transportmiddel van en naar treinstations. Wanneer er onvoldoende fietsparkeerplaatsen zijn, dan wordt de fiets als voortransportmiddel, en daarmee de gehele ketenreis, minder aantrekkelijk.

Fiets- en e-bikestimuleringsprojecten zijn geschikt als hinder beperkende maatregel bij grootschalige wegwerkzaamheden en bij structurele fileknelpunten.

Een (mobiliteits-)hub is een knooppunt in een multimodaal mobiliteitsnetwerk, waar verschillende vervoerswijzen (zoals OV en deelmobiliteit) en hun infrastructuur samenkomen.

De afgelopen jaren zijn nieuwe mogelijkheden ontstaan om de weggebruiker te bereiken. Er zijn inmiddels meerdere innovatieve methodes om de weggebruikers te bereiken.

Als onderdeel van een breder verkeersmanagementplan of als separate maatregelen kan het noodzakelijk zijn om extra (mitigerende) middelen te treffen. Dit kan worden toegepast om uiteenlopende redenen.

Wegwerkzaamheden, en in het bijzonder wegafsluitingen, hebben andere verkeersstromen op netwerkniveau tot gevolg, waarbij ook nieuwe (potentiële) knelpunten ontstaan. Veelal kunnen relatief kleine infrastructurele maatregelen een grote bijdrage leveren aan het wegnemen van deze knelpunten.

Om de beschikbare wegcapaciteit optimaal te benutten is het van belang dat ook goederenstromen efficiënt georganiseerd worden. Vaak valt er veel winst te behalen en daarom ontwikkelden binnen Nederland verschillende (samenwerkings-)organisaties een logistieke aanpak.

In aanvulling op de standaard Q&A en de landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat, zijn er meerdere partijen die op basis van socialmediaplatformen producten ontwikkelden voor rechtstreekse communicatie met de weggebruiker.

MaaS gaat om het zoeken, boeken en betalen van reizen via één digitaal platform bij diverse aanbieders. Er wordt met MaaS ingezet op het gebruik van mobiliteit in plaats van het bezit ervan.

Er zijn verschillende vormen van verkeersmonitoring mogelijk om de verkeershinder als gevolg van wegwerkzaamheden goed te kunnen monitoren en waar nodig bij te kunnen sturen, en bovenal om informatie in te winnen voor het operationeel verkeersmanagementproces.

De wegbeheerders in Nederland werken al ruim 20 jaar intensief samen bij de uitvoering van het verkeersmanagement. Onder deze samenwerking liggen veelal regionale regelstrategieën waarin de prioriteiten van de verschillende wegen en gewenste afwikkelingskwaliteit is vastgelegd.

Spitsdrukte in het OV is onprettig voor reizigers. Dit maakt het OV minder aantrekkelijk, vergeleken met reizen met de auto. Omdat studenten en scholieren het OV veel gebruiken, ook in de spits, zijn zij een interessante doelgroep voor maatregelen om spitsdrukte te verminderen.

Online en socialmediakanalen bieden goede mogelijkheden om weggebruikers of inwoners van een gebied te bereiken. In principe kan iedereen met een account op de grote socialmediaplatformen advertenties plaatsen of berichten promoten.

OV-probeeraanbiedingen zijn bedoeld om automobilisten gratis of met korting kennis te laten maken met het reizen met het OV op bepaalde trajecten voor een bepaalde periode.

Nederland telt in 2022 meer dan 8,9 miljoen personenauto’s. Hoewel er bijna 2 keer zoveel parkeerplaatsen zijn als auto’s, zijn vraag en aanbod niet op alle tijdstippen van de dag en op alle locaties goed op elkaar afgestemd.

Rijkswaterstaat heeft diverse eigen kanalen en kanalen van partners om informatie over wegwerkzaamheden te delen. Ruim 30% van de weggebruikers gebruikt het liefste een website om geïnformeerd te worden over wegwerkzaamheden en daarmee gepaarde verkeershinder (Motivaction 2020).

De coronapandemie heeft aangetoond dat een relatief kleine afname van verkeersintensiteit zorgt voor een grote afname in voertuigverliesuren. Het ligt dus voor de hand om maatregelen te richten op het verminderen van het aantal autoverplaatsingen in de spits.

Om de duur van verstoringen zo veel mogelijk te beperken zijn voor een deel van het Nederlandse wegennet afspraken gemaakt over het versneld bergen of verplaatsen van voertuigen.

Door de toenemende populariteit van de fiets ontstaan in een aantal steden in Nederland problemen met de doorstroming op fietspaden. De capaciteit van (sommige) fietspaden is onvoldoende om de fietsstroom goed te kunnen verwerken.

Het aantrekkelijker maken van het OV kan ervoor zorgen dat meer automobilisten kiezen om het OV te gebruiken. Door de toenemende spitsdrukte en overbezetting in het OV in grote delen van het land, kunnen maatregelen van groot belang zijn.

Feitelijk is een werkgeversaanpak een vorm van indirecte mobiliteitsbeïnvloeding: werkgevers worden actief ondersteund in het optimaliseren en verduurzamen van hun mobiliteitsbeleid.